Met ingang van 1 januari 2022 zal het nieuwe Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 3.0 (PDDB 3.0; NKD, 2021) van kracht zijn. Dit protocol vormt de leidraad voor diagnostiek en behandeling van Ernstige Dyslexie vanuit de Jeugdwet. In dit protocol, dat gebruikt wordt door zorgverleners zoals Berkel-B, zijn criteria vastgesteld voor doorverwijzing, diagnostiek en behandeling.
Naast dat het voor ons als organisatie consequenties heeft, heeft het ook enkele consequenties voor uw handelen in het kader van vergoede dyslexiezorg. Het gaat dan om de doorverwijzing vanuit het onderwijs naar de zorg.
De belangrijkste veranderingen betreffen het vervallen van het criterium van ‘enkelvoudigheid’ en de rol van de spellingscores bij de toelating tot de vergoede zorg. Uw school heeft hierover een schrijven ontvangen vanuit Dyslexie Centraal. De toelichtende brieven zijn ook terug te vinden op de website van Dyslexie Centraal.
Recente onderzoeken laten zien dat dyslexie kan voorkomen met andere ontwikkelingsstoornissen, zich dan ernstiger manifesteert én dat gespecialiseerde dyslexiebehandeling ook bij deze doelgroep effectief kan zijn. In zowel de doorverwijzing als in de diagnostiek is de aanwezigheid van een (mogelijk) andere ontwikkelingsstoornis (ook wel comorbiditeit genoemd) alleen geen reden meer om niet voor vergoede dyslexiezorg in aanmerking te komen. Er zal meer gekeken worden of er geen belemmerede factoren aanwezig zijn voor de uitvoerbaarheid.
Afbeelding toevoegen Wijzigingen ED
Het criterium ernst voor aanmelding en in diagnostiek wordt strenger. Een aanmelding in het kader van dyslexiezorg binnen de Jeugdwet wordt toegankelijk verklaard wanneer de school onderbouwt dat er bij een leerling sprake is van en ernstige en hardnekkige achterstand. Ondanks goed onderwijs en intensieve begeleiding behaalt de leerling blijvend zeer lage scores op drie opeenvolgende hoofdmeetmomenten.
Concreet betekent dit dat er in de doorverwijzing vanuit het onderwijs in ieder geval sprake moet zijn ernstige woordleesproblemen: kinderen moeten op 3 opeenvolgende hoofdmeetmomenten voor woordlezen een V-(min)-score of E-score behalen (laagste 10% normgroep). Daarnaast kan er ook sprake zijn van een (ernstig) spellingprobleem, maar voor de criteria voor doorverwijzing is een ernstig leesprobleem een noodzakelijke voorwaarde.
Waar in ieder geval niets aan verandert, is aan de taak van het onderwijs. De primaire taak is en blijft goed lees- en spellingonderwijs garanderen. Dat betekent ook dat lees- en spellingproblemen zo snel mogelijk worden gesignaleerd, dat bij achterstanden de benodigde ondersteuning wordt ingezet en dat bij een vermoeden van dyslexie de leerling kan worden aangemeld voor gespecialiseerde diagnostiek. Het opbouwen van een dossier verandert hiermee ook niet.
In Dossierhulp hebben wij waar nodig wijzigingen aangebracht met oog op het nieuwe protocol 3.0 als ook de Brede Vakinhoudelijke Richtlijn.
Wat nu als u al gestart bent met het opbouwen van een dossier en deze leerling pas na januari 2022 mogelijk kan worden doorverwezen voor vergoede dyslexiezorg? U heeft dan te maken met een gewijzigd criterium van achterstand bij de doorverwijzing. In dat geval hanteert u voor de toetsmomenten tot en met december 2021 het criterium ‘tot januari 2022’ en voor de periode daarna ‘vanaf januari 2022’.